Je leert en onthoudt de betekenis van de belangrijkste woorden over de tijd van de steden en de staten (1000 - 1500 na Chr.). De woorden kunnen samen of alleen geoefend worden, in de school en / of thuis.
de middeleeuwen
Periode van ongeveer 500 tot 1500 na Christus, waarbinnen de tijd van steden en staten valt.
de stad
Grote, drukke plaats met muren eromheen, waar mensen wonen, werken en handelen.
het stadsrecht
Bijzonder recht waardoor een dorp een stad wordt en zelf regels mag maken en recht mag spreken.
de burger
Inwoner van een stad die stadsrechten heeft en mee mag doen in het stadsleven.
de burgerij
Groep rijke en invloedrijke stadsbewoners, zoals kooplieden en ambachtslieden.
het ambacht
Beroep waarbij iemand met zijn handen spullen maakt, zoals een smid of schoenmaker.
het gilde
Vereniging van mensen met hetzelfde ambacht die elkaar helpen en regels voor hun werk maken.
de handel
Het kopen en verkopen van producten om er winst mee te maken.
de jaarmarkt
Grote markt die één of enkele keren per jaar wordt gehouden, waar handelaren uit verre streken komen.
de hanze
Samenwerking van Noord-Europese handelssteden om veilig en goedkoop handel te drijven.
het platteland
Gebied buiten de steden, met dorpen, boerderijen, akkers en weilanden.
de adel
Groep rijke mensen met titels, land en macht, zoals graven en hertogen.
de geestelijkheid
Groep mensen die voor de kerk werken, zoals priesters, monniken en bisschoppen.
de standensamenleving
Samenleving die verdeeld is in drie groepen, of standen: geestelijkheid, adel en de rest van het volk.
de kruistocht
Gewapende reis van soldaten en ridders vanuit Europa om in naam van het christendom te vechten in het Midden-Oosten.
de pest
Ernstige besmettelijke ziekte in de middeleeuwen waardoor in korte tijd heel veel mensen stierven.
het stadsbestuur
Groep mensen die de stad regeert en beslissingen neemt over regels, veiligheid en geld.
de schepenen
Bestuurders in de stad die recht spraken en meebeslisten over belangrijke zaken.
het privilege
Speciaal recht of voordeel dat een stad of een groep mensen krijgt van een heer of koning.
de staten-generaal
Vergadering van afgevaardigden van steden en edelen die de vorst advies gaven en instemden met belastingen.